Nederland is planologen-moe
Industrieterrein Legmeer Amstelveen, eigen foto, november 2024
Nederland is planologen-moe
Nederland is overgereguleerd. Zeker als het gaat om het beleid dat door planologen wordt uitgestippeld. Daarbij veranderen planologen ook wel eens radicaal van mening. Het beleid van nu is 180 graden gedraaid ten opzichte van het beleid van enkele decennia geleden. Het is de vraag of het beleid nog wel overeenstemt met de noden van de samenleving.
Zo was het tot in de jaren negentig ‘bon ton’ om ‘gescheiden’ te bouwen, dus een separate locatie voor industriële activiteiten, logistieke activiteiten, zakelijke dienstverlening, wonen, winkelen en uitgaan. Goed bedoeld, maar veel te rigide.
Functiemenging
Het gevolg was dan ook dat er een nieuwe generatie planologen opstond die het over een volledig andere boeg ging gooien. Functiemenging werd het toverwoord. Monofunctionele kantoren- en bedrijfsterreinen werden taboe verklaard. Net als monofunctionele winkelcentra, die nu opeens ‘centrumgebieden’ moeten heten. Wonen, werken, winkelen: alles moest samenkomen op één locatie. Geen gek idee, ook ik ben harstikke vóór het mixen van functies. Maar je kunt overdrijven. Menging is een obsessie geworden. Maar niet alles valt te mixen. Of beter: een hoofdfunctie voor een gebied geeft helderheid, waarbij dan andere functies, indien mogelijk, kunnen aanhaken.
Voorbeelden? Een winkelgebied leent zich inderdaad voor het toelaten van andere functies. Wonen boven winkelen is een prima activiteit. En het leidt zelfs tot meer klandizie. Net als dat meer horeca, sportscholen en medische functies (zoals de huisarts en de fysiotherapeut) prima toevoegingen zijn voor een gebied waar sowieso al veel bezoekers komen. Maar de hoofdfunctie moet ‘winkelcentrum’ of ‘winkelgebied’ blijven. Want als een gebied ‘alles’ vertegenwoordigt, resulteert uiteindelijk een plek die niets of niemand meer vertegenwoordigt.
Ook saaie kantorengebieden kunnen wel een ‘boost’ gebruiken door ook daar woon- en verblijfsfuncties (inclusief winkels en horeca) toe te voegen. Maar soms gaat dat niet. Zo deed mijn bedrijf onderzoek naar een bedrijvengebied in Zaandam, de Achtersluispolder. De bedrijvigheid zou daar gemengd worden met nog te bouwen woningen. Geen goed idee. Want het betreft hier niet alleen schone en stille kantoren. Hier is ook bedrijvigheid die geluid en afval produceert. Als mensen daar gaan wonen gaan ze geheid klagen en eisen zij vertrek van die bedrijven. Begrijpelijk. Maar waar moeten de bedrijven dan naartoe? Het lijkt soms niet door te dringen dat onze maatschappij een zekere mate van (industriële) bedrijvigheid nodig heeft. En dat de getroffen ondernemers ook lang niet altijd voldoende vermogen hebben voor een dure verplaatsing. In mijn woonplaats Amstelveen speelt een zelfde discussie. Daar wordt het bedrijventerrein Legmeer getransformeerd tot een gemengde locatie. Het zal ook hier veel ondernemers de kop kosten.
Rigiditeit
Niet alle plekken zijn geschikt voor te veel menging. Wensdenken leidt tot een ongewenste rigiditeit. Breng daarom realisme terug in de planologie. Niet alles valt te plannen en te voorspellen, al is het alleen maar omdat de maatschappij continu verandert. Geef daarom ook ruimte voor marktdenken. De samenleving functioneert het beste door ook een beetje chaos en creativiteit toe te laten. Dat zal leiden tot economisch en maatschappelijk succes. Want ondernemers dragen immens veel bij aan de schatkist en het zijn de verschaffers van twee derde van alle werkgelegenheid. Geef ondernemers daarom meer ruimte dan nu.
Auto
Een ander voorbeeld betreft de auto. Tot ver in de jaren 70 werd de auto, juist ook door planologen, heilig verklaard. Met sloop van oude binnensteden tot gevolg, want de snelweg moest immers tot in het stadscentrum komen. Fijn dat dat niet gebeurd is, want anders was Amsterdam getransformeerd tot een grote autobaan. En ook in mijn geboorteplaats, het met mooie grachten gedecoreerde Meppel, waren er plannen om van de binnenstad een groot verkeersknooppunt te maken en de grachten te dempen. Gelukkig is dat op het nippertje voorkomen.
Maar vanaf de jaren 80 is het beleid de andere kant opgeschoten en is de auto tot volksvijand gebombardeerd. En dat legt een bom onder bewegingsvrijheid van de inwoners én, onder andere, het omzetgenererend vermogen van winkelgebieden. Zodat, vooral in de binnensteden, leegstand, verloedering en monocultuur op de loer liggen.
Termen als vijftien minutensteden en smart cities (die neerkomen op het weren van auto’s en fossiel aangedreven bestelbusjes) klinken goed en ‘slim’. Deels steun ik deze concepten. Maar de ideologie erachter lijkt in beton gegoten. En sommige overheden schieten door qua autoluw beleid en emissieloze zones. Waarbij de voordelen zwaar overdreven worden en de enorme nadelen (faillissementen ondernemers, leegstand en de ondermijning van de marktplaatsfunctie van binnensteden) onderbelicht blijven.
Geograaf
Nu ben ik zelf sociaal geograaf. En sociaal geografen zijn eigenlijk halve planologen. Als ik mijn vakkenpakket destijds iets anders had ingericht, had ik mijzelf ook planoloog mogen noemen. Maar dat is dan ook de reden voor dit betoog. Want ik zie ons vakgebied (deels) ontsporen.
België
Ben ik dan tegen planning? Nee, natuurlijk niet. Als je dingen volledig op zijn beloop laat, ontstaan er Belgische toestanden. Met die eindeloze baanwinkels langs de autoweg en de ongebreidelde lintbebouwing van woningen, is ook daar een situatie ontstaan die onwenselijk is.
Maar waar ik naartoe wil is dat de waarheid in het midden ligt. Waar België te weinig planning kent, kent Nederland te veel planning. Die ook nog eens 180 graden gedraaid is qua insteek. Jammer. Want planning en het daaruit volgende beleid dienen te bewoners in dit land te dienen en niet dwars te zitten. Haal de rigiditeit uit de plannen. En luister beter naar de mensen die hier wonen. Want zij máken het land. Niet de planologen. Maak de planologie en het vigerend beleid daarom minder ingewikkeld. Schep de randvoorwaarden. Maar hanteer minder inspraakprocedures. En geef de participatie, voortvloeiend uit de nieuwe omgevingswet, iets minder ruimte. Nederland zal er wel bij varen.
_______
*) Hans van Tellingen is directeur van winkelgedragsonderzoeker en vastgoedonderzoeker Strabo bv, is sociaal geograaf en auteur van onder andere de boeken ‘Retail is Mensenwerk’ en ‘Waarom Stenen Winkels. www.hansvantellingen.nl
**) Dit blog stond ook op de site van Stadszaken.nl op 4 november 2024
Deel deze pagina
Nieuwste artikelen
Parkeerbeleid en emissievrije zones: De gevolgen voor Amersfoortse ondernemers
Bron: Amersfoort voor Vrijheid. "Parkeerbeleid en emissievrije…
Nederland is planologen-moe
Bron: Stadszaken.nl Mijn nieuwe column op Stadszaken.nl: "Nederland is overgereguleerd. Zeker als het gaat…
‘Place to buy' belangrijker dan 'place to be’
Bron: MarketingTribune Een binnenstad is een vitale…
In het nieuws
Betaald parkeren in geheel Amstelveen is slecht idee
Bron: Amstelveens Nieuwsblad ‘Betaald parkeren in geheel Amstelveen…
Hoe kunnen al die kappers rondkomen? ‘Dat het niet deugt, merk je waarschijnlijk wel aan de prijs’
Bron: AD Interview met het Algemeen Dagblad. "Het is tegenwoordig een eitje om een…
De stenen winkel staat als een huis
Bron: HP/De Tijd Groot interview gehad met HP/De Tijd…